Rozen snoeien

Rozen zijn prachtige, populaire bloemen met een symbolische waarde. Zo staat de witte roos voor maagdelijkheid en de rode voor liefde. Er zijn ruim dertigduizend soorten rozen. De vrucht van de roos heet rozenbottel. In de oudheid werden rozen geteeld in China en Afrika. Wij telen de bloem in Nederland sinds de zestiende eeuw. Om optimaal van je rozen te genieten is het belangrijk om te weten hoe ze gesnoeid moeten worden.

Hoe moet je rozen snoeien?

Hoe je een roos moet snoeien verschilt per soort, dus bepaal eerst welke roos je hebt. Vervolgens zijn er een paar basisregels die voor alle rozen gelden:

  • Knip al het dode, zieke en beschadigde hout uit de roos. Haal ook dunne, spichtige takjes weg, want die geven geen bloemen.
  • Wilde scheuten groeien uit de onderstam of wortels van sommige rozen. Het blad ervan is meestal lichtgroen en fijner dan dat van de roos zelf. De takken hebben veel stekels. Deze wilde scheuten moet je altijd wegtrekken/scheuren, anders raakt je roos overwoekerd. Knip ze niet netjes weg, want dan kunnen ze weer opnieuw uitlopen. Je kunt ze gedurende het hele seizoen weghalen.
  • Als takken elkaar kruisen, kan de bast beschadigen. Zorg er dus voor dat takken elkaar niet raken.
  • Snoei rozen altijd boven een oog (kleine rode puntjes op de stengel) of scheutje dat naar de buitenkant van de struik wijst; zo groeit de nieuwe tak in de goede richting en blijft het hart van de struik open. Knip de tak ongeveer één cm boven het oog weg en doe dat een beetje schuin zodat water snel wegloopt.
  • Hoe dieper je snoeit, hoe groter de bloemen worden. Snoei je wat minder diep, dan krijg je meer, maar kleinere bloemen.
  • Kies bij het snoeien voor het juiste gereedschap, oftewel een scherpe snoeischaar, zodat de snijwonden glad zijn en er minder kans ontstaat op ziektes.
  • Bescherm jezelf tegen de scherpe doorns van de roos met een paar handschoenen.
  • Geef rozen na het snoeien organische rozenmest of gedroogde koemest.

Struikrozen snoeien

In deze categorie vallen: lage heesterrozen, miniatuurrozen, trosrozen en grootbloemige rozen. Je mag deze rozen heel kort terugsnoeien, tot op 10-15 cm van de grond.

Klimrozen snoeien:

Klimrozen bloeien op meerjarig hout. Snoei alle zijtakken terug tot op drie á vier ogen vanaf de grond. Knip de hoofdtakken voor een derde terug. Controleer of de klimroos nog goed vastzit en geef alle takken de ruimte om uit te lopen.

Bodembedekkende rozen snoeien:

Deze rozenstruiken hebben soepele twijgen die plat op de grond liggen. De bodembedekkers moeten om de twee á drie jaar gesnoeid worden.

Stamrozen snoeien:

Scheur valse scheuten weg (zie hierboven). Snoei op drie à vijf ogen vanaf het entpunt (de verdikking bovenaan de stam).

Heesterrozen en Engelse rozen snoeien:

Forse heesterrozen en Engelse rozen hoeven minder sterk te worden gesnoeid. Snoei deze rozen de eerste jaren niet en knip na drie jaar een derde van alle takken af. Haal daarnaast één of twee takken bij de basis helemaal weg.

Oude rozen snoeien

Oudere heesterrozen (Alba-, Gallica-, Damascener-, Centifolia- en mosrozen) en liaanrozen (ramlers) bloeien op tweejarig hout. Daarom moet je ze niet in het voorjaar snoeien, want dan krijgt de roos geen bloemen meer. Het beste snoeimoment is in de zomer, direct na de bloei. Knip alle dunne en dode takken er helemaal uit. Knip verder de rozenbottels weg, om te voorkomen dat daar teveel voeding naartoe gaat. Geef tenslotte kunstmest aan de plant. Bekijk dit filmpje voor meer tips.

Wanneer rozen snoeien?

Er zijn drie momenten in het jaar waarop je rozen kunt snoeien. In het voorjaar, om de groei te stimuleren en de struik te verjongen. In de zomer om herbloei te stimuleren en in het najaar om de rozen winterklaar te maken.

Rozen snoeien voorjaar

Je kunt met snoeien beginnen als er geen vorst meer wordt verwacht, zo halverwege maart/begin april. Eerder niet, want dan is de sapstroom nog niet op gang gekomen en dan is het voor de roos lastig om de snoeiwond te sluiten. Later zou wel kunnen, maar dat is zonde omdat de rozenstruik dan al wat uitloopt. Hoe later je snoeit, hoe later de roos bloeit. Meestal is dat zo’n zes tot acht weken na het snoeien. Een open midden van de struik is belangrijk, snoei daarom zo dat de scheuten naar buiten uitgroeien. Knip net boven een naar buiten gericht oog. Op de stengel zitten puntjes met een streepje eronder die naar binnen of naar buiten gericht zijn. Het streepje is het litteken van een afgevallen blad. Haal alle dunne takjes weg, want die zullen niet tot volwaardige takken uitgroeien.

Zomersnoei

Snoeien in de zomer stimuleert de herbloei van de roos. Overigens is snoeien een groot woord. Het is meer het wegknippen van de uitgebloeide bloemen om de bloei in de plant te houden. Als je die niet weghaalt, steekt de roos haar energie in het vormen van bottels en de topscheutjes. Knip daarom regelmatig de dode bloemen weg, tot een naar buiten gericht oog van een vijfblad (zie foto). Daar kan zich weer een nieuwe bloemknop ontwikkelen. Dit hoeft niet pers se het eerste vijfblad onder de bloem te zijn, het mag ook lager. De plant zal rijker en langer bloeien als je de uitgebloeide bloemen meteen wegknipt.

Rozen snoeien najaar

In de herfst snoei je om de roos te beschermen tegen de winter. Knip de plant terug tot kniehoogte, ongeveer een halve meter van de grond. Dan staat hij steviger en is minder gevoelig voor wind en vorst. Het is ook verstandig om de onderste 15 centimeter van de stelen te bedekken met wat grond. Zo blijft het deel van de plant dat onder de grond zit goed beschermd tegen bevriezing.

Rozen snoeien youtube

In dit filmpje legt Frans Neuman heel duidelijk uit hoe het snoeien van rozen in zijn werk gaat.

Rozen verzorgen

Om rozen rijkelijk te laten bloeien is bemesten belangrijk. Dit kun je het beste na de eerste snoei in het voorjaar doen (organische mest) en nog een keer in juni (speciale rozenmest). Klimrozen en struikrozen vormen in het najaar alweer knoppen, dus die hebben ook in september een extraatje nodig. Breng daarom een mulchlaag aan. Mulch verbetert de bodemstructuur; voeding, lucht en vocht dringen beter in de bodem door. Daarnaast beschermt een mulchlaag tegen kou en vorst. Daarvoor moet de laag wel een paar centimeter dik zijn.